Krokodillen zijn reptielen die leven in de warme streken van Afrika, Azië, Amerika en Australië. Krokodillen zijn al heel oud. Ze leefden al toen er dinosaurussen waren.
Krokodillen en alligators lijken op elkaar, maar alligators hebben een bredere en kortere snuit. Hun huid is donkerder dan die van een krokodil. De gemakkelijkste manier om ze te herkennen is aan hun kaken. Als de kaken van een krokodil gesloten zijn, past de grote vierde tand aan elke kant van de onderkaak precies in een speciale inkeping in de bovenkaak. Bij krokodillen verschilt het aantal tanden. In de bovenkaak zitten 30 tot 40 tanden, in de onderkaak 28 tot 32 tanden. Dus in totaal gaat het om 58 tot 72 tanden. De tanden gaan ongeveer twee jaar mee. Daarna worden ze vervangen door nieuwe tanden. De tanden voorin de bek worden vaker vervangen dan de tanden achterin.
Krokodillen zijn echte waterdieren. Ze kunnen zelfs wel drie kwartier of langer onder water. Krokodillen hebben een grote, sterk gespierde zwemstaart. Ze zwemmen dus niet met hun poten. De meeste krokodillen leven aan de oevers van grote rivieren. Maar enkele krokodillen zoals de spitssnuit en de zeekrokodil zwemmen ook wel eens in zee. Krokodillen jagen meestal op vis en kleine prooien. Alleen de grootste krokodillen grijpen wel eens een hoefdier, zoals een buffel, een hert of een klein nijlpaard. De prooi wordt in de stevige kaken vastgeklemd en onder water gehouden. Als de prooi verdronken is, scheurt de krokodil stukken vlees los en schrokt ze zonder te kauwen naar binnen.
Krokodillen hebben veel betere zintuigen dan andere reptielen. Ze hebben een goed gezichtsvermogen en zien in kleur. Ook in het donker zien ze goed, wat belangrijk is omdat ze voornamelijk ’s nachts jagen. Krokodillen hebben ook een scherp gehoor. Ze kunnen horen of er gevaar dreigt of een prooi nadert.
Vrouwtjeskrokodillen leggen eieren in een kuil in het zand, soms wel 90 stuks. Ze dekken het veilig toe met zand. De zonnewarmte broedt ze uit. Sommige krokodillen maken een nest van rotte bladeren, want bij rotting komt ook warmte vrij. Het vrouwtje waakt bij haar legsel, omdat veel rovers een eitje lekker vinden. Na een paar weken hoort de moeder allerlei geblaf, kwakende en grommende geluiden wanneer het tijd is om uit te komen. De moeder hoort dat geluid en graaft de eieren uit, want zelf naar buiten kunnen de kleintjes nog niet. Tijdens het uitkomen van de jongen is de moeder heel agressief en zal ze elk dier dat in de buurt komt aanvallen. De jongen zijn zo’n 8 cm lang en heel levendig. Met hun scherpe tandjes kunnen ze een mens pijnlijk in zijn vinger bijten. Hun moeder draagt ze voorzichtig in haar bek naar het water. Daar opent ze haar bek en beweegt haar kop heen en weer om de babykrokodillen in het water te laten. De eerste dagen blijven de jongen dicht bij hun moeder. Ze kruipen zelfs op haar kop en op haar rug. De kleintjes moeten al meteen voor hun eigen voedsel zorgen. Ze vangen insecten en eten slakken. De moeder dreigt naar elke vijand in de buurt, maar het lukt haar nooit om al haar jongen te beschermen. Veel kleintjes worden opgegeten door roofvogels, grote hagedissen en zelfs door grote mannetjeskrokodillen. Als haar jongen wat groter zijn, gaat moeder weer haar eigen weg. De jongen moeten nu voor zichzelf zorgen. Vaak blijven ze nog lange tijd in groepjes bij elkaar.
Er zijn weinig dieren die zó oud kunnen worden als de krokodil. Sommige soorten worden wel tachtig of honderd jaar. De grootste soorten worden wel zes tot zeven meter lang. Krokodillen blijven een leven lang groeien. Hoe ouder ze worden, hoe trager dat gaat. Grote reuzen van zeven meter kom je zelden meer tegen, omdat er heel veel is gejaagd op krokodillen. Hun huid is veel geld waard. Daar worden krokodillenleren tassen en schoenen van gemaakt. In sommige landen staan ze daarom op de lijst van beschermde dieren.
Hoewel veel mensen bang zijn voor krokodillen vormen ze een onmisbaar onderdeel van de natuur in tropische gebieden. Ze graven waterpoelen, waardoor andere dieren in droge seizoenen kunnen overleven, en ze ruimen de omgeving op doordat ze dode dieren eten.
Voor wetenschappers zijn ze interessant, omdat ze goed bestand zijn tegen ziekten en zelden kanker krijgen. Ook is het belangrijk om te weten hoe ze in het wild leven, zodat we ze kunnen helpen overleven. In Australië en India hebben de krokodillen al duidelijk baat gehad bij de bescherming. Ik ben op een krokodillenfarm geweest in Australië. Daar worden krokodillen gekweekt. Maar er moet veel meer gedaan worden, zoals het beschermen van hun omgeving, het tegengaan van stroperij en smokkelarij, en het in gevangenschap kweken en in het wild uitzetten van zeldzame soorten.